Erfelijke aandoeningen
ERFELIJKE AANDOENINGEN IN RASHONDEN: NIEUW BELEID IS NOODZAKELIJK
Rashonden lijden aan veel erfelijke afwijkingen en ziekten. Het aantal ziekten blijft groeien. We onderscheiden genetische afwijkingen die door de rasstandaard voorschriften zijn ontstaan en erfelijke afwijkingen die hier los van staan. De eerste familie afwijkingen, de rasstandaard gebonden afwijkingen, zijn rasspecifiek terwijl de tweede serie van afwijkingen bij alle hondenrassen voor kan komen. Recent hebben Engelse en Australische onderzoekers al deze afwijkingen op een rijtje gezet. De resultaten laten zien dat er snel iets moet gebeuren als wij in de toekomst onze huidige rashonden willen blijven behouden. De populairste jachthondenrassen zitten in de top 10 van meest zieke honden.
De afgelopen tweehonderd jaar was het toepassen van inteelt de manier om een gewenst type hond te verkrijgen. Door het toepassen van broer-zus combinaties en vader-dochter combinaties werd vaak het gewenste uiterlijke kenmerk en soms ook het begeerde werkgedrag verkregen. Men wist toen niet dat met deze inteelt de kans op het verkrijgen en verspreiden van erfelijke ziekten binnen een hondenras enorm toenam. Sterker nog, er waren veel fokkers die geloofden dat door inteelt ziekten selectief weggefokt konden worden. Gelukkig weten we nu beter.
Het fokken is de afgelopen 100 jaar veranderd. Bij het creëeren van een nieuw ras is op een bepaald moment afgesproken aan welke eigenschappen de hond moet voldoen om hem te kwalificeren als een specifiek soort rashond. Deze afspraken liggen vast en worden beschreven in de rasstandaard. Rashonden krijgen een stamboom en worden alleen nog binnen het ras gekruisd. Hierin ligt echter een nieuw gevaar. We gebruiken door de strikte voorwaarden die in de rasstandaard beschreven worden maar een hele kleine poel van honden in de fok. Bij kleinere rasgroepen zijn het soms maar een tiental honden die als stamvader van de hele Nederlandse populatie gezien moeten worden. Door de hoge mate van inteelt krijgen steeds meer honden ziekten omdat genen elkaar ontmoeten die in een grote populatie nooit de kans zouden krijgen om een hond ziek te maken. De ziekten die we hier bedoelen hebben niets te maken met de rasstandaard voorschriften. Deze rasstandaard gebonden ziekten en afwijkingen werden beschreven in een vorige aflevering. Het gaat hier om puur erfelijke ziekten en afwijkingen die in iedere hond, onafhankelijk van ras kunnen voorkomen maar door een te hoge mate van inteelt zich kunnen manifesteren.
Genetische afwijkingen en ziekten
Het onderzoek naar genetische afwijkingen en ziekten werd uitgevoerd door een Britse en Australische onderzoeksgroep. Zij concentreerden zich op de top 50 van de meest populaire honden in Engeland. In deze top 50 van populaire rashonden vonden de onderzoekers maar liefst 396 verschillende erfelijke afwijkingen. Dit waren afwijkingen die te maken hadden met één gen afwijkingen maar ook afwijkingen waar meerdere genen bij betrokken waren. Soms zijn voor invloed wel 10 genen nodig om de hond ziek te maken. De genetische afwijkingen manisfesteerden zich in het centraal zenuwstelsel, de huid, spieren en gewrichten, het hart, immuunsysteem, de stofwisseling en in de ademhaling. Het vervelende van de afwijkingen was dat slechts een klein aantal zich al bij de pup manifesteert. De meeste afwijkingen komen pas veel later naar buiten en soms pas rond een leeftijd van acht jaar. In de tabel staat het aantal genetische ziekten dat gevonden is bij de top 50 van meest populaire rassen en hoe sterk deze dieren als individu kunnen lijden aan de afwijking. In de tabel kunt u ook zien dat een ras waarbij veel afwijkingen voorkomen niet direct de meest zware vorm van lijden heeft. Een ras kan bijvoorbeeld relatief weinig lijden als het veel kleinere afwijkingen heeft en zware afwijkingen zoals blindheid door progressieve retina atrofie (PRA) ontbreken.
Tabel 1: aantal genetische afwijkingen die samenhangen met de nagestreefde rasstandaard en de ernst waaronder de honden lijden onder deze afwijkingen
Ras |
Aantal afwijkingen |
Ernst van lijden |
Duitse herder |
77 |
+++ |
Boxer |
63 |
+++ |
Poedel (miniatuur) |
58 |
+++ |
Golden retriever |
58 |
+ |
Engelse springer Spaniel |
57 |
+++ |
Labrador |
55 |
++ |
Dobermann |
53 |
++ |
Poedel (toy) |
51 |
+++ |
Cocker Spaniel |
51 |
+++ |
Dashond (teckel) |
50 |
+++ |
Deense Dog |
50 |
+++ |
Beagle |
45 |
++ |
Miniatuur Schauzner |
45 |
+ |
Ierse setter |
44 |
++ |
Bull Dog |
42 |
+++ |
Basset |
41 |
+++ |
Poedel (standaard) |
41 |
+++ |
Shar Pei |
38 |
+++ |
Collie |
37 |
++ |
Dalmatier |
36 |
++ |
West Highland White terrier |
35 |
++ |
Shetland Sheep Dog |
34 |
+ |
Chihuahua |
33 |
+++ |
Mopshond |
33 |
+++ |
Duitse staande Korthaar |
32 |
+ |
Rottweiler |
32 |
+ |
Weimaraner |
31 |
+ |
Akita |
26 |
++ |
Shih Tzu |
26 |
++ |
Yorkshire terrier |
26 |
+++ |
Border Collie |
25 |
+ |
Cairn Terrier |
25 |
+ |
Cavalier King Charles Spaniel |
25 |
+++ |
Lhasa Apso |
24 |
++ |
Schotse terrier |
24 |
++ |
Alaska Malamute |
23 |
+ |
Bull Mastiff |
20 |
++ |
Bichon Frisë |
17 |
+ |
Bull Terrier |
17 |
+ |
Border terrier |
16 |
+ |
Viszla |
16 |
+ |
Siberische Husky |
15 |
± |
Rhodian Ridgeback |
14 |
++ |
Tibetaanse Terrier |
13 |
+ |
Tibetaanse Terrier |
13 |
+ |
Staffordshire |
11 |
+ |
Whippet |
10 |
+ |
Flatcoated Retriever |
8 |
+ |
Bordeaux Dog |
4 |
± |
+++, zeer ernstig lijden, ++, ernstig lijden, + matig lijden, ±, wat ongerief
HONDEN
Tabel 2 : aantal genetische afwijkingen die gevonden zijn bij de top 50 van populaire rassen en de ernst waaronder de honden lijden
onder deze afwijkingen.
Ras |
Aantal afwijkingen |
Ernst van lijden |
Duitse Herder |
58 |
+++ |
Golden retriever |
50 |
+ |
Boxer |
45 |
+ |
Labrador |
44 |
+ |
Engelse Springer Spaniel |
42 |
+++ |
Miniatuur Schnauzer |
41 |
+ |
Dobermann |
40 |
++ |
Cocker Spaniel |
40 |
++ |
Poedel Miniatuur |
39 |
+++ |
Beagle |
38 |
++ |
Poedel (toy) |
34 |
+ |
Dashond (Teckel) |
34 |
+ |
Ierse Setter |
33 |
+++ |
Shetland Sheepdog |
33 |
+++ |
Poedel (Standaard) |
31 |
++ |
Deense Dog |
30 |
+++ |
Collie |
29 |
++ |
Rottweiler |
27 |
+ |
Duitse Staande Korthaar |
26 |
+++ |
Dalmatier |
25 |
++ |
West highland White Terrier |
25 |
+++ |
Weimaraner |
25 |
+ |
Bull dog |
24 |
+ |
Shar Pei |
23 |
+++ |
Basset |
22 |
+++ |
Border Collie |
21 |
++ |
Cairn terrier |
21 |
+++ |
Alaska Malamute |
20 |
+++ |
Akita |
19 |
++ |
Shi Tzu |
19 |
++ |
Chihuahua |
18 |
+++ |
Schotse Terrier |
18 |
+ |
Mopshond |
15 |
+++ |
Yorkshire terrier |
15 |
+++ |
Lhasa Apso |
15 |
+ |
Cavalier KIng Charles Spaniel |
14 |
+++ |
Siberische Husky |
14 |
+++ |
Bichon Frise |
13 |
+++ |
Bull Mastiff |
11 |
+++ |
Bull Terrier |
11 |
+++ |
Border Terrier |
11 |
+++ |
Viszla |
11 |
++ |
Tibetaanse Terrier |
10 |
+++ |
Rhodesian Ridgeback |
9 |
+++ |
Staffordshire |
7 |
+++ |
Whippet |
5 |
+++ |
Flatcoated Retriever |
5 |
++ |
Bordeaux Dog |
3 |
+++ |
+++, zeer ernstig lijden, ++, ernstig lijden, + matig lijden
Opvallende ziekten
Uit het onderzoek kwamen een aantal verrassingen voort. De meest voorkomende genetische afwijkingen waren niet zo zeer de afwijkingen aan ogen zoals PRA waar wij ons in Nederland zeer druk om maken maar juist stofwisselingsziekten en vele vormen van kanker. Op nummer één staat een verminderde werking van de schildklier. Bij 43 rassen bleek deze erfelijke aandoening veel voor te komen. Honden zijn hierdoor wat trager, wat dikker en kunnen als ze ouder worden wat vervormingen krijgen. Daarnaast kwamen allerlei bloedziekten veel voor. Niet al deze bloedziekten zijn kanker. Soms ontbreken er één of meerdere stofjes waardoor op latere leeftijd veel algemene problemen met de gezondheid kunnen ontstaan. Een andere zeer veel voorkomende familie van aandoeningen is de aandoeningen aan de ogen die allen vroeg of laat leiden tot blindheid. De lijst van ziekten is lang maar deze families van ziekten vatten ongeveer 80% van de erfelijke aandoeningen samen.
Beleid
Dit artikel is de laatste uit een serie die de huidige problematiek in de rashondenfokkerij samenvat. Bij handhaving van het huidige beleid, als er al sprake van enige vorm van beleid is, stevenen we af op een onoverzichtelijke ramp met als gevolg dat we uiteindelijk gedwongen zullen worden om te stoppen met het grootschalig fokken van een groot aantal rassen. Het zal vele decennia duren of in sommige rassen zelfs meer dan een eeuw om weer een gezonde populatie op te bouwen. Er zijn een aantal maatregelen nodig om het tij te doen keren:
- Professionalisering van de hondenfokkerij. Meer dan nu het geval is moeten fokkers zich bewust zijn van de gevaren van inteelt. Per ras zal een acceptabele inteeltcoefficient gedefiniëerd moeten worden die aangepast wordt aan de omvang van het ras. Dit moet gepaard gaan met gerichte screening op erfelijke aandoeningen. Deze testen worden steeds goedkoper maar worden nog nauwelijks gebruikt. Daarnaast zouden hondenfokkers meer gebruik moeten gaan maken van de moderne fokmethodieken en samenhangende technieken die in de veefokkerij reeds langer gebruikt worden.
- De rasstandaard zal een meer flexibel document moeten worden waar aandacht is voor erfelijke aandoeningen en ziekten die direct het gevolg zijn van de voorschriften. De rasstandaard zou hier ook de gedragskenmerken van de hond in ogenschouw moeten nemen. Werkhonden zoals jachthonden hadden oorspronkelijk een bouw die paste bij de inspanning en belasting.
- Veel meer dieren dan nu het geval is moeten deelnemen aan de fokkerij. Zelfs in grote Nederlandse rassen is het aantal honden dat voor de fok wordt ingezet beperkt. Dit lijdt tot onnodig hoge inteelt en het gevaar dat een individuele hond een heel ras kan ‘besmetten’ met ongewenst genetisch materiaal.
- Invoer van een verplichte verzekering voor honden. Hierdoor is de drempel om een dierenarts te consulteren lager en worden ziekten en afwijkingen altijd geregistreerd bij de verzekerende instantie. Deze maatregel heeft in Zweden ervoor gezorgd dat we veel meer inzicht hebben in de erfelijke afwijkingen bij rashonden. Hierdoor zijn gerichte maatregelen getroffen ten gunste van behoud van het ras. De hele hondensector is hierdoor geprofessionaliseerd.
Vanzelfsprekend zijn er ook andere wegen die kunnen leiden tot verbetering van het genetisch potentieel van onze rashonden. Het bovenstaande heeft echter in andere sectoren zijn nut reeds bewezen.
Dr. Paul de Vos